De temperatuur is onder de tien gezakt en ineens is het guur. Handschoenenweer. Ik fiets terug van het wegbrengen op school en bestudeer de gezichten van mijn tegenliggers. Dat is het privilege van de persoon die haar ochtendtaak al volbracht heeft: in totale ontspanning de mensen observeren die nog moeten. Die hun kinderen nog moeten wegbrengen, hun trein nog moeten halen, nog op tijd moeten inklokken. Hun gezichten strak, de ogen samengeknepen. Ik voel hun stress, hun haast. Misschien omdat ik die zelf tien minuten geleden ook nog had. Wat een manier eigenlijk, om je dag met al die haast te beginnen.
Ik moet denken aan mijn opa en oma van moederskant, die ik altijd erg modern vond. Ze hadden Pastoe-kasten in de woonkamer, kunst uit Zuid-Amerika aan de muur, Thonetstoelen, een glazen salontafel, een stereoset van Harman Kardon en een enorme voorraad magnetronpopcorn, opgestuurd door een broer die in Amerika woonde. In de woonkamer stond ook een grote Blaupunkt-televisie, en naast die televisie, op de bruine leren doorgestikte poef, lag steevast een Teleac-klapper, met de bijbehorende Teleac-videoband ernaast. Voor wie van ná de val van de muur is: Teleac was de oermoeder van de tutorials. Vooral mijn oma grossierde in Teleac-cursussen, van Exotisch koken tot aquarellen. De cursus die het meest in het oog sprong was de cursus Omgaan met Stress. Ik moet erbij vermelden dat dit de vroege jaren ’90 waren. Ik moet er ook bij vermelden dat ‘kibbelen’ de communicatiestijl was van opa en oma, dat mijn opa van neuroses aan elkaar hing en oma zich chronisch miskend voelde. Of de cursus effectief was, laat zich raden.
Ik sta weer op het schoolplein en kijk om me heen. Als je erop gaat letten zie je ze ineens overal. Die moeder die net weer op therapeutische basis aan het werk is. En die vader daar, die thuiszit met een burn-out. Of die andere moeder, die in een reïntegratietraject zit. De leerkracht van groep 8, die eruit is geklapt.
Ik denk ook aan de vriendin die een tijd geleden zei: ‘Het gaat niet goed met me. Dan weet je dat vast.’ En aan de andere vriendin die, voorafgaand aan een vriendinnenweekend, aankondigde: ‘Mijn energie is laag, ik moet veel huilen en slaap slecht. Maar ik heb wel zin om jullie te zien.’ De vriend die inmiddels al maanden thuis zit, antidepressiva slikt en voor het eerst in zijn leven dieper dan ooit moet graven om de wortelrot in zijn familiesysteem bovengronds te krijgen. De vriendin die ooit de deur opendeed en fluisterend zei: ‘Ik wil jullie graag binnenlaten, maar elke emotie en elke prikkel is er een te veel, dus ik ga de deur weer dichtdoen.’
Ik die vorige jaar alle leuke activiteiten uit de agenda veegde, omdat ik al in huilen uitbarstte bij het idee om wéér sociaal en gezellig te moeten doen.
Deze samenleving telt veel epidemieën, en stress is er een van.
Het is dan ook niet voor niets dat ik twee dagen per week koffie sta te zetten en tosti’s sta te grillen. Want dat is lekker concreet en compact, en aan het einde van de dag veeg je de vloer aan, draai je de deur op slot en check je uit. Het denkwerk dat ik moet doen voor het schrijven van een boek en het werken voor opdrachtgevers slokt je op, legt je lam, dringt middenin de nacht je bewustzijn in waardoor je met hartkloppingen en al rechtop komt te zitten. En soms zijn dat fijne hartkloppingen (‘Ja! Dát is de reden waarom ze tóch weer bij elkaar komen’), maar soms ook niet (‘Kak! Vergeten! Waarom vergeet ik altijd alles! Ik haat alles vergeten! Ik haat mezelf! En nu kan ik niet slapen omdat ik alles haat en ik háát het als ik niet kan slapen!’)
Ik weet niet zo goed welke systeemveranderingen we moeten doorvoeren om ervoor te zorgen dat niet óók de andere helft van Nederland instort. Maar ik weet wel dat ik mijn dagen zo niet meer ga beginnen.
Dus wie in de ochtenden een breeduit glimlachende vrouw ziet rondfietsen, weet het. Zij daar, zíj gaat om met stress!
En dat zonder Teleac.
Dagmar Holtman (Amsterdam, 1981) werkt aan haar debuutroman De Flexwerkplek en geeft daarnaast schrijftrainingen. Eerder schreef ze columns voor LFK Magazine en maakte verhalen voor internetmagazine Potaatoo, waarbij zus Margot Holtman de illustraties verzorgde. Daarnaast besteedt ze twee dagen per week - in een bruin café in hartje Amersfoort - aan het perfectioneren van haar latte art-technieken.
2 reacties op “Teleac”
hey lieve Dagmar, wat een goede en rake tekst! je kan heel boeiend schrijven, voor mij ben je een topper!
Wat lief, Greet! Dank voor je woorden.