Er zijn nu eenmaal onderwerpen waar je gedurende je hele leven tegenaan blijft lopen. Je kunt ze proberen uit de weg te gaan door jezelf te verplaatsen, maar vroeg of laat zul je ze altijd weer treffen. Je wordt er soms onverwacht mee geconfronteerd en kunt het voor zeker een dag niet loslaten. Daarna gaat het wel weer, maar het gevaar ligt altijd op de loer.
Voor de trouwe lezer personaliseer ik deze tekstjes graag, zo ook nu. Daarom zou ik het graag willen hebben over de bodywarmer. Eigenlijk al mijn vragen over de bedoelde en daadwerkelijke functie van het gedrocht zijn te herleiden tot één van de 5-W’s: waarom?
Terugkomend op het allereerste: de wederkerende thema’s waarmee het leven je kan overvallen kun je voor zijn. Bijvoorbeeld door er een column over te schrijven precies een week na de confrontatie. Zoals bekend beschermt de bodywarmer (categorie: jas) de torso tegen kou en wind. Minder bekend, omdat het inmiddels verschillende gedaantes heeft aangenomen, is het volgende: de bodywarmer werd aanvankelijk gemaakt van parachutestof. Parachutestof was, in den beginne, een combinatie van canvas en zijde. Vervolgens werd het nylon. Waarom? Parachutestof dient licht en stevig te zijn, dicht geweven, want daardoor minder makkelijk te doorscheuren.
Als A+B=C, zou je kunnen constateren dat bodywarmers uiterst geschikt zijn voor parachutespringers, die te maken krijgen met veel wind en kou. Hier in de stad verbaas ik me dagelijks over de gure wind in de vorm van tocht: een mogelijk antwoord op de 5e W-vraag. Er lijkt hier zelfs een positieve noot in besloten te liggen, namelijk: de gebodywarmde in de stad lijkt te allen tijde voorbereid op vliegen. Thematiek gepareerd.
Maar hoe zit het met de onbedekte armen?
V.V.
Valerie Vocking (1997) behaalde haar bachelor kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Gedurende deze tijd was zij hoofdredacteur van tijdschrift Article, en schreef ze voor verschillende online platforms. Vanaf heden volgt ze de opleiding Journalistiek in Leiden. Afwisselend met Twan Vet zal om de week haar column in het Vossenhol verschijnen.