PERSONAGE VOOR EEN DOORKIJK MET ZWART Hij die mij voor is geweest heeft de aarde bewerkt. De taal omgespit naar gedicht en woord en verder naar het dorp toe het vergezicht losgemaakt. In vernauwing ligt hij nu. Het is als je uitkijkt over het veld. Wij spreken in tongen en monden. Er zijn geen misverstanden over leven en dood. Vooraan het huis loopt de hedendaagse weg. Achteraan gaat geschiedenis met je op de loop. Hoe kunnen wij nog denken hoe het was en dat het er was zo gaat het dag na dag. Het verdwijnen het vergeten de passage van gedoofde gezichten. Geen feest danst nog in mijn hoofd. Ik denk aan wandelen. Stel je een wit landschap voor een eindeloos pad dat in de verte niet naar adem hapt.
NOG EEN DAG Morgen is het lente mijn lief dan ontzien wij de kinderen van de wereld dan negeren wij de dagloners van leed door ons gerucht en kussen wij de sluitertijd van onze namen. Morgen zijn wij langer van geest mijn lief dan wacht er een Andalusië van jaren onder ons om de taalraketten aan het front dover maken en de slagschaduwen over de gezichten te weren. Morgen klatert de zuurstof mijn lief en met ons de dageraad van de boomzingers dan maakt een aanslagpleger ons niet luchtledig dan herhaalt een moederschoot helder haar naam. Morgen is het de verjaardag van Bach mijn lief dan krijgen wij eeuwig bezwaar tegen het klokhuis van de brandhaard dan wissen wij de gesel van triolen en een mond vol demonen. Morgen doen we wat de dichter schreef mijn lief en beschermen wij geluk met een schaterlach dan betalen wij geen veerman met vel en draad in de kijkers van Goethe. Morgen is elk licht uit ons bedacht mijn lief dan duwen wij het verdict heen en weg dan stamelen wij ons een nieuwe vluchtroute met een land in onze handen. Morgen hebben wij bestaan mijn lief op nieuwe jaren op koningspaar van hier op pijn de bedelaar van elkaar die ons te schrijven geeft.
HET GEDICHT IS OPVANG Bij de muziek van Lévan Minnassion En dat wij ook bezette symfonieën moeten bevrijden. En dagdromen genezen. En ook moeten vragen waar de mannen zijn gebleven. Vergeef ons de mens. Je herkent een handschrift in het zijne. Je slaapt in zijn breekbaar getal. Je weet van zijn aarde in een engelenkeel. Op de vlucht is hij die niet met een kogel danst. Uit een land dat tussen de talen valt. Wie zijn erediensten en sleutelbenen breekt. Wie geboren is op een dageraadplaats. Vergeef hem de ogen van Modigliani. En de wereld van Rothko in onkleur. Vergeef hem de dichter zonder paradijs. En de naakte keizer van zijn aderlating. Woordwoeler voor ogentroost. Nood en dood een wond op rijm. En het offerlam in een laf metrum. Mors niet met de hel of het is een drama. Dag van liefde in rouwgewaad lijden van taal. Nacht van vermoeid hart in schemerjaren. Partituur van terreur terwijl god diep slaapt. En de lezer die de woorden opnieuw maakt. Het gedicht is opvang schrijf je. En elk Beiroet blijft het onze. Het onze dat onvergeten blijft. Het onvergeten dat onze verwekker blijft in gevilde tijd gestrande angst.
Geert Jan Beeckman (Welle, 1961) debuteerde bij Uitgeverij P met Diep in het seizoen (2007) waarmee hij de Herman de Coninckprijs 2008 won voor het beste debuut. Datzelfde jaar ontving hij ook de Mark Braet poëzieprijs van de stad Brugge voor zijn gedicht ‘Bloesem’. In 2011 volgde de bundel Hersenneerslag.
In 2015 publiceerde hij bij Uitgeverij P zijn derde bundel Bloedgroepen. In 2021 verscheen bij P zijn vierde bundel Woestijnzucht.
Hij publiceerde gedichten in o.a. Poëziekrant, Het Liegend Konijn, Deus Ex Machina, De Schaal van Digther, De Vallei, Ballustrada en Meander.
Zijn gedichten werden opgenomen in verschillende bloemlezingen zoals ‘Geef mij de tijd’ (Uitgeverij Muntinga Amsterdam, 2008),‘Naakt lopen met je hersenen’ (Van Gennep, 2012) ‘De 100 beste gedichten’ (VSB poëzieprijs 2013 & 2016 uitgave De Arbeiderspers), ‘Terug naar toen we begonnen’ (Poëziecentrum 2019), ‘De Nederlandse Poëzie van de twintigste eeuw en de eenentwintigste eeuw in 1000 en enige verzen’ ( 2016 ) samengesteld door Ilja Leonard Pfeiffer uitgave Prometheus Amsterdam.
Sinds 2016 is hij opgenomen in de lijst Auteurslezingen bij Literatuur Vlaanderen. Geselecteerd voor de tentoonstelling ‘Uit het nest geroofd’ 15 jaar Het Liegend Konijn. Poëzie & Beeldende kunst (2017) Genomineerd voor de Melopee Poëzieprijs 2018 met het gedicht (Weeshuis), gepubliceerd in Het Liegend Konijn oktober 2017.
Verder leverde hij gedichten aan voor tentoonstellingen in combinatie met beeldende kunst en is hij verbonden aan het S.M.A.K. waarvoor hij recensies en impressies schrijft bij tentoonstellingen en installaties.