vlij in een warme stal tegen me aan in een warme donkere stal vlij je lichaam wees de warme het vlijen zelf is genoeg de geur van stro en mest en het donker en ergens in de boerderij klimt de boer op de boerin als de stier op de koe het kalf begint met het verdriet
in Ijsland heb ik heel lang naar de oceaan getuurd of ik een walvis zag zo lang dat ik mijn lichaam haast vergat en ik alleen nog ogen was en alles werd zo ruim en klein tegelijk zodat ik dacht dit moet liefde zijn en wat ik toen te weten kwam het dier de vis het was er altijd al en zou er altijd zijn zoals dit eiland met haar kleine paarden de stilte van de zee was luid en ik dacht aan hoe een kus soms pijn kan doen
Rinske Kegel
Rinske Kegel (Haren, 1973) is schrijver van poëzie en proza. Zij publiceerde o.a. in De Revisor, De Poëziekrant en Het Liegend Konijn. In november 2019 verscheen haar poëziedebuut ‘Als het maar een vacht heeft’ bij uitgeverij De Zeef.
Bij Palmslag gaf ze een boek over taaldieren uit ‘Dierenrijk’. Onlangs kwam haar derde poëziebundel uit ’Zo stil mogelijke iets frituren’ bij uitgeverij Van Groningen.
2 reacties op “Rinske Kegel”
Geweldige taalgoochelaar die Rinske Kegel
Wow, zo was IJsland, ruim, stil, klein en groots. Het staat er, in dit gedicht. Zoals het is, een kus die pijn kan doen.
X