Categorieën
Proza

Pieter Drift

Proza | Nieuw proza van Pieter Drift

Prijs

‘Goedemiddag mevrouw, wat woont u hier prachtig. Wees niet bang, wij komen niets verkopen,’ hoorde ze toen ze de deur opendeed, ‘U hebt een prijs gewonnen.’ Met een grote glimlach keek een jongen in streepjespak haar aan. Op zijn adamsappel zat een marineblauwe vlinderdas. De jongen naast hem had zijn haar strak achterover gekamd. Hij overhandigde haar een groot stuk wit karton waarop met grote letters ‘Prijs’ geschreven stond.
aaa‘Mogen wij even binnenkomen?’ vroeg hij. Ze schudde haar hoofd.
aaa‘Ik heb helemaal nergens aan mee gedaan,’ en wilde de deur weer dichtdoen.
aaaEen glimmende oxfordschoen verhinderde het sluiten. Haar man droeg vroeger ook altijd oxfords. Hij vond derby veterschoenen niet deftig genoeg. Een schoen die zijn tong liet zien vond hij ordinair. Door de oxfordschoen zette ze niet direct door. De jongeman in streepjespak duwde de deur resoluut open en zei dat een neef haar had opgegeven. Ze vroeg zich af welke neef het zou zijn.aaa
aaa‘Misschien kunnen we het beter binnen bespreken.’ Zonder op antwoord te wachtten, stapte hij de gang binnen, gevolgd door die andere jongen. Hij droeg geen oxfords. Zijn schoenen leken meer op gympies. ‘De buren hoeven niet te weten wat u gewonnen hebt.’
aaaHij sloot de deur. ‘Is uw man er niet?’
aaaZe schudde haar hoofd. De jongens keken even naar elkaar. Het bord met ‘Prijs’ legde de vrouw op tafel. Oxford pakte haar handen en zei dat ze even moest gaan zitten. De ander liep naar de keuken en kwam terug met een glas water. Ze verbaasde zich erover dat ze zich zo makkelijk in het huis voortbewogen.
aaa‘Wij zijn door uw man gezonden,’ zei Oxford.
aaaZe hoorde de ander een beetje snuiven. Hij veegde denkbeeldige roos van zijn schouder.
aaaHaar ogen werden groter. ‘Mijn neef had toch…’
aaa‘Dat was voor de buitenwacht. U moet begrijpen dat het vreemd had geklonken als uw buren dit toevallig opgevangen hadden.’
aaaZe knikte. Haar echtgenoot was al een paar maanden dood. Tijdens een van de vele ruzies had ze haar man een zet gegeven en was hij van de trap gevallen. Tijdens zijn buiteling was ze achter hem aangerend maar halverwege blijven staan. Ze had een knak gehoord. Ze hoefde niet meer te kijken. Ze wist het. Langzaam was ze weer naar boven gelopen en in gaan bed liggen. Op dat moment had ze niet durven toegeven dat het goed was zo. Die nacht had zich gevuld met vallende dromen. De volgende ochtend had ze voor de zekerheid, zonder te kijken, nog even naast zich gevoeld maar zijn plek was leeg. Ze was uit bed gegaan, had de telefoon gepakt en 112 gebeld.
aaaZe wilde opstaan maar Oxford duwde haar terug. ‘De prijs die u gekregen hebt, zult u moeten betalen.’
aaaDe man in de gympies grinnikte. Hij pakte haar handtas en haalde de portemonnee tevoorschijn. Met haar betaalpas in de hand liep hij naar haar toe en vroeg de code. Zomaar. Alsof het om een pen ging. Zijn stem klonk op een gekke manier vriendelijk. Geen cijfercombinatie kwam boven. Nogmaals vroeg hij het. Ditmaal klonk hij als haar echtgenoot.
aaa‘Uw man had al gezegd dat u niets zou zeggen.’
aaa‘Mijn man is dood,’ fluisterde ze.
aaa‘Dat begrepen we al,’ zei Gympie. ‘Geef ons de code en we zijn zo weer weg.’
aaaOxford liep naar het dressoir en pakte een fotolijstje.
aaa‘U wilt toch niet dat er iets gebeurt met uw kleindochter?’
aaaZe reageerde niet. Ze had helemaal geen kleindochter.
aaa‘Is dit uw kleinkind?’ vroeg hij wijzend naar de foto.
aaaEven keek ze op. ‘Jayne,’ fluisterde ze, ‘mijn dochter.’

De klap knalt haar lichaam naar rechts. Nooit meer verdwijnt het geluid. In vertraging hoort ze de auto in de zijkant van hun wagen boren. Haar hoofd stoot hard tegen de zijkant van het portier. Een fractie van een seconde later verandert het licht. In een reflex draait ze haar hoofd om en ziet dat de auto over Jayne heen is geschoven. Haar hoofd hangt geknakt tegen de koplamp.

‘Waar is ze?’
aaa‘Dood,’ zei ze, ‘Verongelukt.’
aaaVerder had niemand iets. Later bleek dat haar man voorrang had moeten verlenen. Jayne was haar toekomst en haar man had met één onzorgvuldige handeling alles verwoest. Jaren had ze geprobeerd hem te vergeven. Soms dacht ze dat hij meer treurde om zijn oldtimer dan om zijn dochter.
aaaOxford hurkte voor haar neer.
aaa‘Wat is de code?’ fluisterde hij.
aaaZijn stem had iets dwingends. Hij zou een hypnotiseur kunnen zijn. Hoeveel stond er nog op haar rekening? Veel kon het niet zijn. ‘Zestig euro min veertien cent.’
aaaZijn wenkbrauwen gingen iets omhoog maar toen ontspande zijn gezicht.
aaa‘5986. Net geen zestig euro. Ik hoop dat er meer op de rekening staat.’

In het begin ging het verdriet tezamen op maar later splitste het. Als vijanden leefden ze in één huis. Het enige wat het echtpaar hadden samengebonden, brak hen nu in stukken.  Haar bloed leek ze elke dag door haar aderen te moeten persen. Niets ging meer vanzelf. De opluchting kwam pas de ochtend na zijn val.
aaa‘Wist u dat ik mijn echtgenoot vermoord heb?’ zei ze.
aaa‘Tuurlijk,’ lachte Oxford, ‘en ik ben de prins van Perzië.’
aaaGympie kwam weer terug. Hij duwde de deur open. Zijn gezicht stond strak. Hij gooide de betaalpas naar haar toe. Even leek de kaart haar gezicht te raken maar zweefde naar links als een frisbee die gepakt wordt door de wind. Ze durfde niet te kijken waar de pas terecht was gekomen.
aaa‘Hoeveel was het?’
aaa‘Honderdtwintig euro.’
aaaGympie liep op haar af maar Oxford hield hem tegen door zijn hand op zijn borstkas te leggen. ‘Denk goed na want dit was niet genoeg… heb je nog iets anders wat waardevol is?’ vroeg Oxford.
aaaZe keek opzij en zag dat haar bankpas half onder de kast terecht was gekomen. Straks kon ze hem weer oprapen en in haar portemonnee doen.
aaa‘In de garage,’ fluisterde ze, ‘De sleutel ligt in het rechter keukenlaatje.’
aaaGympie liep naar de keuken en ging via de bijkeuken naar de garage. Ze hoorde een kreet. Hij zag de ’66 Buick Electra 225 Sedan staan. Het troetelkindje van haar man. Op de achterbank  zat nog steeds de donkere vlek van Jayne. Verder was hij helemaal gaaf.
aaa‘Neem maar mee,’ zei ze.
aaaGympie ging achter het stuur zitten en keek met een grijns naar Oxford.
aaa‘Kom op man, we gaan.’
aaaZe keek nog één keer op de achterbank. Haar man had op allerlei manieren geprobeerd die donkere vlek uit de bekleding te krijgen maar telkens kwam ze weer terug. De afspraak was dat hij er pas mee zou gaan rijden als hij weer pico bello in orde was. Maar niets kwam meer goed.
aaaOxford keek haar aan.
aaa‘De eigendomspapieren zitten in het dashboardkastje,’ zei ze. Oxford opende de garagedeur terwijl Gympie hem startte en stationair liet draaien. Ze sloot haar ogen en zag Jayne achterin de auto zitten. Het pedaal ging op het gas. Het geluid stierf weg. Er kwam geen klap.

Pieter Drift is afgestudeerd in 1991 aan de Rotterdamse kunstacademie. Sindsdien maakt hij etsen en tekeningen, zie www.pieterdrift.nl

Daarnaast schrijft hij verhalen en gedichten. Publicaties in o.a. Hard//hoofd, Ambrozijn, Ballustrada, Tijdschrift Ei en De Optimist. Met Willem Jakobs vormt hij sinds 2012 het kunstenaarsduo Willem Jakobs & Pieter Drift, zie www.jakobsdrift.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *