tot de lampen doven je wacht in de buurtsuper tot de lampen doven tilt met je duimnagel glimlachen uit rijpe mandarijnen en legt ze in sikkels voor je voeten. oneens over de richting die ze op horen te wijzen. let eens op al je sensoren. soms blijf je ergens zo lang zitten tot alleen je schillen je nog aan het lachen maken. in het koelschap schuil je voor twee soorten lotgenoten: de ene die je pas aanraakt als je uit elkaar dreigt te vallen de ander die je uit elkaar laat vallen als ze je aanraakt. verwacht van de broodafdeling ook geen antwoord zij stonden de hele nacht al op hun benen. hun korst wordt weker met de dag. verdeel jezelf zorgvuldig over andermans tassen want in een weg naar huis zoekt een mens best naar de reden dat ze een strip pillen uitdrukt in haar broekzak. eenmaal thuis rust je uit tegen de deurklink en schuilt daar onder een baal suikerklonten om wat van je rest in op te zuigen.
long – blaas slaap stapt eerder dan ik uit bed hijst me omhoog uit veer en lat strak van spanning in warmwaterkruik vullen de blazen zich in mijn long het is onmogelijk droog te blijven als het hagelt in je borst langzaam pomp ik mijn midden droog brandend spons in beide longen met elke teug een hik dichter tot uitgewuifd worden onder een boom ik tel met mijn tong de tanden in mijn mond alle kaarsen op de taart samen met hun rook stijg ik dan maar op ik vier, ik ben er nog
Gaël van Heijst (1990) is freelance digitaal ontwerper en schrijver. Hij woont in een klein Gelders dorpje waar bijna iedereen elkaar begroet. Zijn werk verscheen eerder in Kluger Hans, Meander Magazine, De Optimist, Op Ruwe Planken en de MUG Zine.