VERTE langs de vaart je pad naar nergens in een landschap als een schilderij blauwe luchten wollen wolken een bosrand aan de horizon voor een rietgedekte boerderij schuilt roodbont jongvee onder bomen het water stroomt stil met je mee terwijl je naar de verte rijdt
EN IK REN langs oude oosterse dames in de schaduw tinkelende klanken en slierten in hun handen geven hun stramme bewegen wat sier en ik ren langs blond blozende mannen die zeker zo stram ook iets oosters doen stokken voor zwaarden aanzien en ik ren een stel nog te jong voor hetzelfde shirt springt met armen en benen wijd het kunstje dat ik nooit mijn lijf in kreeg en ik ren langs de man op een bankje die niet met zijn smartphone maar met het touwtje van zijn tas en zijn gedachten speelt en ik ren langs bloeiende dahlia’s langs palen met een hoedje van omgekeerde emmer en ik ren langs het jongetje bij het klimrek dat snel zijn jas aan papa geeft en ik ren langs de kinderboerderij die ik te laat ontdekte en ik ren langs de brugjes de paadjes de bomen en ik ren en ik ben van ver gekomen en ik ren en ik ren en ik ben er weer
STRAND De enige strandwandeling die wij ooit maakten zat in mijn hoofd. We raakten tijd en richting kwijt omdat we bleven lopen van het water naar het zachte kriebelzand en terug. Te vlug werd het te laat, te rood de lucht en traag de klim terug over een duin dat we nooit eerder zagen. De vragen bleven achterwege, we hebben alleen nog wat gelegen in de luwte van de duinpan die zich vormde door de zandstorm in mijn hoofd.
Bauke Vermaas schrijft als natuurkundige persberichten en artikelen over wetenschap en stopt de rest van het leven in gedichten, verhalen en essays. Ze werd in 2019 en 2021 genomineerd voor de Jan Hanlo Essayprijs Klein, publiceerde poëzie en proza in Hollands Maandblad, Kluger Hans, Liter en Papieren Helden en schrijft wielergedichten op instagram (@wielerpoezie).
Autersfoto: Annie Postma