Bovenkamer Er is een halfslachtige ochtend door mijn kamer getrokken. Het spoor van verstrooidheid is nog vochtig; het toont hoe ik water heb opgezet maar geen thee heb gedronken, hoe ik kort aan de planten heb gedacht voordat ik ze van het balkon liet vallen, hoe ik onze kater in plaats van een handdoek mee de douche in heb genomen. Omdat ik leerde dat de gaten van verstrooidheid zich niet laten vullen met haast, heb ik onder de douche besloten om mij samen met de kater de ochtend uit te drogen. Nu liggen we spinnend op mijn bed en knipogen we naar de zon die de kamer binnenvalt. Ik voel hoe de lakens onder mij langzaam het vocht uit onze lijven trekken. Het maakt niet uit als ze doordrenkt raken; er is nog een halve dag aan uitgestelde onrust over om de lakens in uit te hangen. Onrustige dagen als doordrenkte lakens? Ik weet het, het is een vage metafoor. Maar ook mijn beelden hangen nog te drogen aan het wasrek. Ik kan ze zien vanuit het bed. Enkele hangen er al een tijd, andere zijn nog nat en vloeibaar. Een van de beelden die ik vorige week bedacht, daarna te lang vergat, is van de doorhangende spijlen gegleden, raakt sinds gisterenochtend al de met verstrooidheid bedekte vloer. Ik vond nog geen nieuwe vaste vorm waaraan ik het weer op kan hangen. Omdat ik ook leerde de dingen te ordenen, probeer ik lakens te scheiden van metaforen en handdoeken doorgaans niet in te wisselen voor huisdieren. Ik leerde een vaste dag voor mijn kamer te nemen en een andere vrij te houden voor mijn woorden. Het liefst ook in die volgorde: eerst leeg ruimen, dan vol schrijven. Maar als ik de lakens wil opvouwen, voelt het textiel plots als de klanken van een nieuwe eerste zin. Ik wil wel wachten en ik probeer het gevoel nog glad te strijken, met mijn nagels strak en dwingend langs de naden. Maar toch, er heeft zich opnieuw een eerste zin tussen mijn vingers ontvouwen: er is een halfslachtige ochtend door mijn kamer getrokken.
Lees dit gedicht met je oren Kettingbak kinderkopjes koffiekop klein klein lepeltje tik tik armband tafelblad nagels neus nies ik heb net corona gehad hoor hond kom jackie nee jackie jackie kom maar hier hierrrrrr bladblazer brommer borden tanden vork mag ik vragen of deze stoel basmuziek buitendeur meeuw pas op meeuw nog een meeuw scherven nieuwe glazen glazen proost proost ching ching elkaar wel in de ogen aankijken hè hahahaha bezem stoffer blik bonenmaler melkopschuimer dienblad ik heb voor jullie ellenboog stoelpoot piep ja die is voor mij smak smak schoenen met hak hik hak tik tak toiletdeur waterkraan handdroger prullenbak kiep piep ik ben zo terug hoor shots shots shots !!!!!!!! op de gezondheid hahaha handen haar elastiek patsss vuist vingers ringen af nee of ja nee toch af oeps stenen vloer oeps ken ik jou niet nee nee nee nee ??????? nieuwe melodie nieuw nummer nieuw volume barkruk barkruk barkras kruk kras biertap broodmand snijplank mes botte kant shit scherpe huid auw auw wacht een moment maar wat is er nou ineens met jou aan de hand?
Breinfreeze De vroege ochtendkou bijt in mijn voorhoofd, bevindt zich al voor de dag is begonnen diep in mijn prefrontale cortex. Hersenkwabben bieden zich gewillig aan, zijn graag ontvankelijk voor elke vorm van gedachte- bevriezing. [Maak het complex] Zal er dan nooit iemand verdwalen in een gedicht dat slechts is gemaakt van de vroege ochtendkou? Het schemert nog als de ochtendkou mijn geheugen bereikt. Zorgvuldig zet ze de bewegingen van het verleden vast, spaart gelukkig de herinnering aan die keer dat een man in het publiek moest huilen om dat wat ik had geschreven. [Maak het geloofwaardig] Hoeveel zouter zijn de tranen in mijn hoofd dan de tranen op zijn wangen? De ochtend warmt zichzelf op aan de zon en het sist als ik mijn koude hoofd de dag in til. Voorzichtig bevoel ik de bevroren gedachtes en herinneringen. Ik constateer: poëzie is het enige waar ik aan denk en poëzie is het enige wat ik mij herinner. [Maak het kwetsbaar] Kan het nog naakter worden dan dit?
Charlotte de Beus (1997) schrijft proza en poëzie. Zij studeerde Moderne letterkunde en Kunstwetenschappen. Haar werk verscheen onder andere eerder bij Hard//hoofd, De Optimist en Op Ruwe Planken. Ook won zij meerdere prijzen in schrijfwedstrijden voor poëzie en korte verhalen. Charlotte is onderdeel van het jonge makerscollectief ROEM in Leiden. Hier ontwikkelt zij zich als schrijver, beeldend maker en podiumkunstenaar.