Categorieën
Poëzie

Lena Plantinga

Poëzie | Drie nieuwe gedichten van Lena Plantinga

Alle kleuren 

Iedereen wilde Kathleen zijn, meer nog 
toen ze vertrok, zei ik heb dit leven gehad
ga een boerderij beginnen, drieduizend klimopplantjes 
planten met onbekende vrienden want niemand 
heeft mij 

zeker Josje niet, die 
wij met onze duim- en wijsvinger vergrootte 
en verkleinde, het bosje schaamhaar 
in de vorm van een Nike-teken, Just Do It 
schreef Josje maar wij deden niks 

verzekeren we onze ouders 
liggend op verbleekte handdoeken 
ruikend naar zomervingers pikkerig 
van ranja en marshmallows 
we wisten niks, verzekeren we

niet dat een tampon vergroot 
bij vochtopname, zoals een piemel 
tussen té skinny skinny jeans blijft kleven 
achter de ring die van kleur veranderd 
met je stemming mee 

volgens de één is donkergroen passie 
volgens de ander is donkergroen fear 

voor ons Kathleen is donkergroen
de kleur van drieduizend klimopplantjes. 
Het klopt! Het klopt! Het klopt!

Ze zeggen dat je niet moet vergelijken en ik denk, dat klopt vast 
maar alles komt een keer terug en ik wil zo graag weten 
wat er staat te gebeuren of ik iets kan doen 
en mijn moeder zegt je hebt nog niet 
over haar geschreven 

nee, ik schrijf niet over haar 
ik schrijf door haar 
en nu schrijf ik toch ook 

een plein 
op een onbezonnen lentedag 

(tuurlijk de lente, verdomme
iedereen doet altijd alsof zij zichzelf stilletjes openklapt
in werkelijkheid is ze een plots zweten en sjouwen 
terwijl je net zo hard nonchalant liep te zijn)

ik had het niet verwacht 
zat er eigenlijk ook niet op te wachten 
nu ben ik omgeven door liefde 
dat klinkt vies maar het is zo, kijk hierom schrijf ik niet 
over haar want ik geef zo 

dat het snel plakkerig wordt 
onverklaarbare glibberige bende

toch wil ik maar weten  
klopt het klopt het? 

leg ik mezelf als schelp
op haar borstkas 


een flinke schelp met slungelige benen 
soms een mens, vaker een kloppend wezen vol verlangens

het is zo niet leuk, denk ik dan 
het is heerlijk, zegt mijn wang 
kijk, het klopt! het klopt! het klopt!

als het bed leeg is druk ik mijn handen tegen mijn oren 
zo hoor je het niet als indringers binnenkomen 

je moet kiezen waar 
je op voorbereid wil zijn

alsof ergens om geven 
vooral geloven is
en dat komt dan weer terug 
zonder dat je iets kan doen

slaat open, net als je 
nonchalant staat te zijn

en ik schrijf door alles 
heen. 
Lokroep van iemand zonder hoofd

Alles waar mijn moeder zich zorgen om maakt bevindt zich onder mijn nek 

volgens een christelijke ex-geliefde is de man het hoofd, de vrouw de nek 
en ik dacht dat er iets met ribben was, er zijn vele dingen 
die ik niet begrijp en ik ben velen 
waarvan ik de helft lastig vind en juist die helft 
stapt vaak mee naar buiten 

glimlacht naar de man die vraagt
een ander breekt zijn nek als antwoord 
maar zij is thuisgebleven, komt mijn keel uit 

want het breken van de nek 
zal ook weer het breken van mezelf zijn 

ik ben blijkbaar alles wat dodelijk is 
als je ertegenaan trapt 

een dreiging die vanaf mijn borsten langs mijn buik 
een spoor over de stoep lekt dat roept 

en het hoofd dat glimlacht uit gewoonte 

omdat het gevaar nooit de ander beslaat 
alleen dit lijf waarin mijn moeder huishoudt 

uit zelfbescherming stil blijft staan 
dan met woorden meer reden geven 

of is dat al de lokroep? 
Lena Plantinga

Lena Plantinga (1999, zij/haar) studeerde in juni 2023 af aan Writing for Performance (HKU) als schrijfster van proza, poëzie en theater. Voor haar afstuderen schreef ze een novelle over verlangen en de vele vormen van liefde, met Arnhem als arena: de stad die trots is op mislukkingen. Eerder werk werd gepubliceerd in het Liegend Konijn en op Hard//Hoofd, De Optimist en Tijdschrift EI. Met haar schrijven probeert ze ruimte te creëren voor draagkracht, in een wereld die draait op daadkracht.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *