Categorieën
Poëzie

Geert Jan Beeckman

Poëzie | Drie nieuwe gedichten van Geert Jan Beeckman

ONDER LIGGEN

In weerwil van ons kunnen heeft mens ons
ingedeeld bij de adel van de adem
en de gekneusden van het bloed.

Wellicht zijn wij te bloot maar niet onvergetelijk.
Al zijn wij dan eerst gelooid en getooid
met de parelende eenvoud van een woord.

Het ongemak bleef de waarheid dus de leugen.
Met voorzangers die het al wisten.
En met dichters die huilen in witte spieren.

Van alle poëzie zijn wij het onherstelbaarst.
Wij lopen de hoofdpijn van de tijd in.
En pogen de dood uit elkaar te zingen.

Een huid afstaan aan de maan is geen redding.
Zoals ons geheugen broosheid onthoudt
betekent een staand leven uiteindelijk liggen.

Het voorschot dat wij nemen op ons
is de krul in de handtekening als ironie.
Wij vervellen oneindig maar gebreken
vergeven ons niets ook geen ziel. 
DE HEELALANGST VAN ONZE SCHREEUW

Het kan niet hemelser worden gezegd
maar ooit waren wij onsterfelijk 
zo onbelemmerd onszelf. 

Wij gingen nergens de doofpot in.
Niet tijdens het voetbal van onze woorden.
Niet tijdens de doden die wij nog niet misten.
Je moet weten men kreeg nog engelen in ons lijf.
En reizen naar het ongerijmde.

Welke ruggengraat wij ook hadden wij jubelden door. 
Wij pompten inkt naar het hart van onze poëzie.
Wij lieten raadsels ontsnappen naar ons ballet.
En Camus of Sartre lazen wij nog niet.

Nadien kregen wij nachtloop en werden wij
minstens ons eigen idool.
Wij sliepen met de wachtwoorden van onze roem.
En ook opzij van het kijken bleven wij 
de vruchten van onze tijd.

Het was later dat wij begonnen te verliezen. 
Wij kregen een ontvolker op bezoek. 
Een betrapper op huid en vezel. 
Een bedreiger met wind.

De heelalangst van onze schreeuw
mag nu in een gedicht.
Net als de aderlating in ons geloof. 
En het bittere kruid van wat is geweest.

Welk brood er hard wordt na ons weten wij niet.
Daarom kijken wij weg van onze schaduw.
Daarom willen wij morgen jonger zijn.
En vandaag verplegers hebben voor een ontroerend goed.

En onze toekomst zeg je.
Die zochten wij gisteren nog
in het verleden.
MARSLANDER

Zie wat de mens vermag uit het niets
geland op Mars terwijl hij blijft eindigen
op Bach.

Leve hem of haar lees ik dan
als het over passie of pijn mag gaan
over de ontdekker van Sagalassos
en de oerkracht Piaf.

Zie wat de mens vermag hij die van
onbewaakte tijden afstamt en in de nacht
niet blind blijft voor het heelal.

Leve hem of haar lees ik dan
met de barokke verveling van de dichters
op de hielen of met de heimwee
naar plaatsen waar hij nooit is geweest.

Zie wat de mens vermag met het mistasten
naar een ongrijpbaar heden met de luide
eenzaamheid waarmee hij nooit thuiskomt.

Leve hem of haar lees ik dan
met het vertrouwen van een wanhopige blijdschap
terwijl hij in scholen de hand op steekt
omdat zijn planeten zoek raken.

Zie wat de mens vermag waar de 
dubbele schroef zich over het ijs werpt
het soort albast door sporen bekrast
terwijl het ook dit kon zijn
een fata morgana van jewelste.

Leven hem of haar lees ik dan
met de lont aan een vuurzee van woorden
of waar de kinderen geloven in de hemel
omdat er een trap is naar boven
waar het wit en stil engelen inbegrepen.

Geert Jan Beeckman (Welle, 1961) debuteerde bij Uitgeverij P met Diep in het seizoen (2007) waarmee hij de Herman de Coninckprijs 2008 won voor het beste debuut. Datzelfde jaar ontving hij ook de Mark Braet poëzieprijs van de stad Brugge voor zijn gedicht ‘Bloesem’. In 2011 volgde de bundel Hersenneerslag.
In 2015 publiceerde hij bij Uitgeverij P zijn derde bundel Bloedgroepen. In 2021 verscheen bij P zijn vierde bundel Woestijnzucht.
Hij publiceerde gedichten in o.a. Poëziekrant, Het Liegend Konijn, Deus Ex Machina, De Schaal van Digther, De Vallei, Ballustrada en Meander.
Zijn gedichten werden opgenomen in verschillende bloemlezingen zoals ‘Geef mij de tijd’ (Uitgeverij Muntinga Amsterdam, 2008),‘Naakt lopen met je hersenen’ (Van Gennep, 2012) ‘De 100 beste gedichten’ (VSB poëzieprijs 2013 & 2016 uitgave De Arbeiderspers), ‘Terug naar toen we begonnen’ (Poëziecentrum 2019), ‘De Nederlandse Poëzie van de twintigste eeuw en de eenentwintigste eeuw in 1000 en enige verzen’ ( 2016 ) samengesteld door Ilja Leonard Pfeiffer uitgave Prometheus Amsterdam.

Sinds 2016 is hij opgenomen in de lijst Auteurslezingen bij Literatuur Vlaanderen. Geselecteerd voor de tentoonstelling ‘Uit het nest geroofd’ 15 jaar Het Liegend Konijn. Poëzie & Beeldende kunst (2017) Genomineerd voor de Melopee Poëzieprijs 2018 met het gedicht (Weeshuis), gepubliceerd in Het Liegend Konijn oktober 2017.
Verder leverde hij gedichten aan voor tentoonstellingen in combinatie met beeldende kunst en is hij verbonden aan het S.M.A.K. waarvoor hij recensies en impressies schrijft bij tentoonstellingen en installaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *